ÉÉN-TEGEN-ÉÉN

Besturing (zowel met als zonder balbezit) die van toepassing is op de individuele speler die de gebruiker bestuurt. Ben jij anderen snel te slim af? Probeer dit dan eens!

BESTURING BIJ BALBEZIT

PASSEN / SCHIETEN

Gebruik om richting te geven aan je passes en schoten. De baan van de bal wisselt sterk afhankelijk van het soort pass dat je geeft.

LAGE PASS
LAGE STEEKPASS
STEEKPASS IN DE LUCHT +
PASS DOOR DE LUCHT / VOORZET
LAGE VOORZET X 2
SCHIETEN

Spelers met de 'gewogen pass' vaardigheid kunnen een back-spin op lange ballen toepassen voor meer nauwkeurigheid. Gewogen passen gaan minder snel uit, dus probeer ze te benutten door gelobde ballen te spelen als je een gat ziet achter de verdediging van de tegenstander.

Spelers met een hoge passvaardigheid kunnen truc-passen maken, bijvoorbeeld door de bal naar een teamgenoot te laten zweven, afhankelijk van de situatie.

Passes in een andere richting dan het lichaam, of passes terwijl er druk wordt uitgeoefend, zullen sneller mislukken. Denk altijd aan de lichaamshouding van de speler om nauwkeurige passes te maken.

DRIBBELEN

Druk tijdens het dribbelen op om te sprinten met de bal aan je voet. Je hebt dan wel minder controle over de bal. Gebruik de twee dribbeltechnieken op het juiste moment.

DRIBBELEN
SNELLE DRIBBEL +

Als een tegenstander op volle snelheid op je af komt, hoef je meestal maar een beetje van richting te veranderen om hem te ontwijken. Als je een snelle dribbel probeert te maken om een tegenstander heen die probeert te tackelen, dan kun je met wat handigheid de bal eroverheen wippen.

BESTURING VAARDIGHEDEN

Je kunt met zowel als schijnbewegingen maken (en bv. 360 graden draaien met ). Maak optimaal gebruik van je ruimtelijk inzicht om de juiste truc uit de kast te halen!

EVENWICHT VERPLAATSEN
BAL BEWEGEN

Als je de bal knap langs je mandekking kunt dribbelen, kan het gebeuren dat hij valt. Elke keer dat je je van je mandekking kunt bevrijden terwijl je aan de bal bent, heb je een grotere kans op succes als je de bal naar een teamgenoot schiet of speelt.

BAL BEHEERSEN

Druk op terwijl je dribbelt om BALBEHEERSING toe te passen. Deze vaardigheid stelt je ook in staat om voortdurend naar de goal van de tegenstander te blijven kijken terwijl je de tegenstander op een armlengte afstand houdt wanneer je zoekt naar een afspeelmogelijkheid, of de bal onder controle wilt houden bij weinig speelruimte.

BAL BEHEERSEN +

VERSNELLING

Als je op de toets dubbeltikt terwijl je dribbelt of vlak voor een aanname, krijg je onmiddellijk een versnelling. Dit kan helpen om afstand te nemen van je mandekking, maar met deze snelheid wordt het wel moeilijker om de bal onder controle te houden en kan de bal makkelijker worden afgepakt.

VERSNELLING + ×2

Probeer op te drukken wanneer je een tegenstander tegenover je hebt terwijl je een sprint trekt. Hiermee kun je een panna spelen of om hem heen rennen.

BESTURING ZONDER BALBEZIT

DRUK

Druk op om druk uit te oefenen op de speler met balbezit. Door en in te drukken kun je jouw speler laten sprinten terwijl hij zijn tegenstander inhaalt.

DRUK
OPJAGEN +

Spelers proberen schoten en passes te blokkeren door hun benen te strekken wanneer je druk zet. Ze kunnen echter ook op het verkeerde been gezet worden met schijnbewegingen. Probeer te lezen wat de volgende beweging van je tegenstander wordt voordat je een actie inzet.

SLIDING

Druk op om een sliding in te zetten op een speler in een poging de bal terug te winnen. Hoewel je kans van slagen hoog is, loop je ook veel risico en een op het verkeerde moment ingezette actie kan leiden tot een overtreding of nog ernstigere dingen.

SLIDING

TACKLE

Als je op de toets dubbeltikt, kun je proberen om de bal van een tegenstander af te pakken. Als je geen contact met de bal kunt maken, loop je het risico een overtreding op de speler te maken.

TACKLE ×2

Als je een tegenstander probeert te tackelen terwijl je ernaast loopt, dan voer je een schouderduw uit. Daarmee haal je je tegenstander uit balans en win je de bal, maar het kan als een overtreding worden gezien als je de duw vanaf de verkeerde positie uitvoert. Zorg voor een goede timing en genoeg ruimte.

BEWEGEN TERWIJL JE NAAR DE BAL KIJKT

Druk tijdens het verdedigen op + om te fixeren op een tegenstander en hem te volgen.

BEWEGEN TERWIJL JE NAAR DE BAL KIJKT +

BEWEGEN TERWIJL JE NAAR DE BAL KIJKT verbetert ook enigzins je tacklevermogen. Dit maakt het makkelijker om met tegenstanders om te gaan die BALCONTROLE gebruiken of scherpe draaien maken.

Kopduels

Als de bal de lucht wordt ingetrapt, kun je gebruiken om de speler te besturen die het dichtst in de buurt is van de plek waar de bal zal landen. Probeer een luchtduel te winnen met de juiste acties, bijvoorbeeld door een stap terug te nemen en een aanloop te nemen voor een krachtige kopbal, of door het lichaam van je speler tegen een vijand te plaatsen om de bal te vangen. Je kunt je positie aanpassen met terwijl je ingedrukt houdt.

Snelle lichaamsschijnbeweging

Beweeg snel van links naar rechts om een kleine schijnbeweging te maken. Houd je tegenstander voor de gek en benut je kans om verder te dribbelen, te passen, of een schot op doel te nemen.

SPELERSACTIES (in het spel)

Wanneer tegenstanders een dribbelende speler van achteren benaderen, zal deze soms automatisch de bal beschermen. Een speler beschermt de bal van zijn tegenstander ook als de tegenstander achter hem staat terwijl de speler de bal in zijn bezit krijgt.